Bodemverdichting

In deze paragraaf gaan we mogelijke oplossingen bespreken in verband met bodemverdichting. Hierbij zijn de mogelijkheden om bodemverdichting te voorkomen, vaste rijpaden aan te leggen of de storende lagen regelmatig los te breken.

Luchtdrukwisselsystemen en Tractie

Om bodemverdichting te voorkomen kunt u het best zo min mogelijk over uw akker of weiland rijden. Als u op de akker/weiland moet zijn dan is het belangrijk dat dit niet in te natte omstandigheden gebeurt. Rijdt u dan toch op het land dan is het de kunst om zo min mogelijk druk op de bodem over te dragen per vierkante cm. De eenvoudigste methode is om zo groot en breed mogelijke banden te plaatsen onder uw machine. Het beste is om dan een band te kiezen met een kleine velgmaat en een grote wang verhouding. U kunt hier in verder gaan door een luchtdrukwisselsysteem te plaatsen. Hiermee kun je de luchtdruk in de band veranderen afhankelijk van waar u mee bezig bent. In het veld rij je op een lage druk en op de weg een hoge druk zodat je altijd de optimale bandendruk houdt.

Maar als uw in nattere omstandigheden de akker/weiland wilt betreden dan zal de bodem versmeren door de rolweerstand van de niet aangedreven wielen. Dit probleem kan dan opgelost worden door alle assen aangedreven te maken. In droge omstandigheden heeft dit systeem geen voordelen.

IF/VF-Banden

IF (increased flection) en VF (very increased flexion) banden zijn geschikt om met een lagere bandenspanning hetzelfde draagvermogen te leveren in vergelijking met de traditionele landbouwbanden. Een IF band kan tot 20% en een VF band kan tot 40% lager in bandenspanning gaan, zo kan er een groter contact oppervlak gecreëerd worden waardoor de bodem minder verdicht wordt. Het karkas van een IF of een VF band is soepeler dan de traditionele landbouwbanden en kan warmte beter verdragen bij het rijden op hogere snelheden.

Aaneen gesloten spoor

De bedoeling van een aan een gesloten spoor is dat het aantal keer berijden van de bodem in het land wordt verkleint. Dit heeft ook als gevolg dat de druk beter wordt verdeelt over het oppervlak. Deze systemen worden vooral toegepast in de bemestingstechniek en de zaaitechniek. Hierbij heeft u op drijfmesttanks de mogelijkheden van een spreidas of hondengang plaatsing. In de bemesting heeft u ook nog de zelfrijders. De zelfrijders kunnen specifieke plaatsing hun wielen hebben of in hondengang rijden waardoor het oppervlak maar een keer wordt bereden. Bij het zaaien wordt de frontbandenpakker het meest toegepast in de fronthefinrichting. Deze pakker in combinatie met brede banden op de trekker is een bodem sparende combinatie. U hebt ook de mogelijkheid om met de trekker in hondengang te rijden tijdens het zaaien. Een nog betere methode om de bodem te sparen is om een neuswiel op de trekker op te bouwen. En de banden op de vooras de demonteren. Dit is wel een prijzig systeem en de sturing staat op het neuswiel. Met dit systeem wordt de wielbasis fel verlengd maar er wordt toch een kleinere draaicirkel bekomen.

Rupsbanden

Als u geen ruimte in de breedte van de machine hebt dan zijn rupsbanden een goede oplossing hiervoor. Maar aan rupsbanden zijn ook enige nadelen gekoppeld zoals het comfort dat verminderd. En deze zijn niet gemaakt voor lange afstanden af te leggen of hoge snelheden te behalen op de weg omdat dan het rubber van de rups kleverig wordt door de warmte. Dit probleem kan opgelost worden door de rupsbanden regelmatig in te kalken aan de binnenkant. Rupsonderstellen zijn star en wringen op de kopakker waardoor er met de machine schade wordt aangericht aan de graszode, op akkers is dit natuurlijk geen probleem.

Beddenteelt

Bij beddenteelt worden de gewassen verbouwd op bedden. Er wordt meestal gereden op vaste rijdpaden die naast de bedden zijn voorzien. Vaak verkiest men bedden van rond de 3 m omdat de meeste machines hiervoor zijn uitgerust, maar ook andere breedten zijn mogelijk. Wel moet men eraan denken dat men de spoorbreedte van de trekker ook zo breed moet plaatsen, om zo niet op het bed te rijden. De gewassen groeien dus steeds op grond die niet bereden is, wat de ontwikkeling van de wortels ten goede komt als ook het bodemleven en de waterhuishouding. Nog bijkomende voordelen zijn dat men minder problemen krijgt met bepaalde ziekten, zo heeft men bij de aardappelen minder kans op schurft. Ook wordt beddenteelt soms in de aardappelen toegepast en dit vooral in steenrijke bodems. Hier worden de stenen tussen de bedden gelegd tijdens het telen om ervoor te zorgen dat deze niet mee gerooid worden.

Controlled Traffic Farming (CTF)

Controlled Traffic Farming(CTF) wordt op blijvend grasland toegepast. CTF houdt in dat je vaste rijpaden aanlegt op het grasland met behulp van een GPS en een stuurautomaat. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 80% van het oppervalk minimaal een keer wordt bereden. Met CTF kunnen we het bereden oppervlak terugdringen tot 13%. Hierdoor kan de opbrengst verhoogd worden doordat bodemverdichting wordt voorkomen. Bij deze manier van werken moeten alle machines over dezelfde deelbreedtes werken. Om een zo minimaal mogelijk bereden oppervlak te realiseren moeten alle machines op hetzelfde rijspoor worden gezet. U kunt het beste CTF toepassen op nieuw grasland waar nog geen oogstwerkzaamheden op zijn toegepast. Als je uw gras laat hakselen dan moeten er aanpassingen gebeuren(bv: bunkerhakselaar, snel wisselsysteem, opzetschot). Maar bij het ophalen van de geperste balen moet de balenwagen op de kopakker blijven en zal de machine met de balenklem meer moeten rijden. Bij het oprapen van het gras moeten er weinig aanpassingen worden gedaan.

Woelers

Om storende lagen in de bodem los te breken zijn er verschillende manieren. Zoals ploegen met woelers op een On-land ploeg. Je moet hiervoor een On-land ploeg gebruiken omdat een ploeg met woelers waarmee je in de voor rijdt de bodemverdichting niet losbreekt die in de bereden voor plaatsvindt. Er bestaat ook de mogelijkheid om met een voorgebouwde diepwoeler te werken bij de klaarmaakwerkzaamheden. Bij deze bewerking wordt er dan wel veel vermogen gevraagd. Daarom kun je ook met een beperkter vermogen de diepwoelwerkzaamheden uitvoeren als een aparte bewerking.